Tijdens een boekenonderzoek constateerde een controlemedewerker van het belastingkantoor Oss dat ik 6% BTW had berekend over mijn beeldende kunstopdrachten. De belastingmedewerker zegt te willen overleggen met de BTW expert over de geheven omzetbelasting van 6% over het project voor de Universiteit Maastricht. Mogelijk zouden de uitvoeringskosten van dit project belast moeten zijn met 19%. Over de 3 andere projecten waarvan in 2008 ook facturen waren uitgeschreven werd niet gesproken, noch over het honorarium en bijkomende kosten voor het project Universiteit Maastricht, noch over andere jaren.
In een opvolgend schrijven geeft de belastingmedewerker aan dat hij
voornemens is over al mijn projecten over de jaren 2005 t/m 2009 alsnog
19% BTW te laten heffen. Hij vraagt mij alle bescheiden zoals contracten,
agenda's, E-mails e.d. ter beschikking te stellen. Hij voegde alvast bijlage
j uit de uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 en uitspraak VN
1984/354 toe.
De toelichting
over Tabel I uit bijlage j wordt niet vermeld. Uitspraak 1984/354 gaat
over een zaak waar gedaagden alleen ontwerpen leveren voor monumentale
vormgeving terwijl ik kunstwerken ontwerp en complete uitvoeringen
lever.
Ik heb navraag gedaan bij kunstenaars en kunstinstellingen
die vergelijkbare kunstopdrachten uitvoeren en/of begeleiden. De meeste
kunstenaars rekenen 6% BTW, enkele kunstenaars rekenen 19% BTW uit
voorzorg of omdat ze daar door instanties op gewezen zijn.
In een vervolgafspraak brengt de belastingmedewerker o.a. naar voren:
- Het heffen van 19% over soortgelijke kunst heeft hij met zijn collega's besproken. Binnen het regio-overleg wordt dit ook besproken, ze willen het als een "olievlek " over Nederland laten uitbreiden. (m.a.w.: belastingkantoor Oss heeft een afwijkende mening m.b.t. het heffen van 19% waar het 6% moet zijn en willen dit nu over heel Nederland zien door te voeren).
- Hij heeft bij de verschillende projecten geconstateerd dat het ging om een levering.
- Hij had het er al over om alle kunstenaars in zijn gebied aan te gaan schrijven met de vraag wat voor kunstwerken zij maken zonder eerst af te wachten hoe onze zaak uitpakt. In het bijzonder kunst in de architectuur heeft zijn belangstelling voor controle.
- Ik ben een erkend beeldend kunstenaar, ik maak unieke beeldende kunst. Mijn opdrachtgevers kopen van mij als beeldend kunstenaar beeldende kunstproducten. Dit staat ook in alle contracten van geleverde beeldende kunstopdrachten.
- De grootste overheidsinstelling die beeldende kunstopdrachten verstrekt in Nederland is SKOR. Zij rekenen ook 6% BTW op beeldende kunst in de openbare ruimte.
- Bij het BKKC (Voormalige Nieuwe Brabantse Kunst Stichting) sta ik geregistreerd als beeldend kunstenaar. Onder begeleiding van professionele adviseurs heb ik diverse opdrachten uitgevoerd. Hiervoor is ook altijd 6% BTW gerekend.
- Voor de Rijksgebouwendienst waar ik ook beeldende kunst in opdrachten heb uitgevoerd heb ik ook altijd 6% BTW gerekend. Deze opdrachten werden begeleid en gecontroleerd door professionele adviseurs.
- Bijna alle kunstenaars rekenen 6% voor kunst in de openbare ruimte.
- Doordat ik 19% BTW moet gaan rekenen voor beeldende kunst in opdracht krijg ik last van concurrentievervalsing omdat andere kunstenaars wel 6% BTW rekenen. Wanneer meerdere kunstenaars in competitie werken, wat meestal het geval is word ik hiermee afgerekend. Een potentiële nieuwe opdracht kan ik hierop mislopen.
- Alle kunstwerken zijn ingedeeld volgens de indeling van de goederen
volgens tabel
I post A29 van de Wet op de Omzetbelasting 1968. Rekening houdend
met:
- Het maken van een ontwerp wordt niet afzonderlijk ingedeeld, deze dienst is ondergeschikt ten opzichte van de levering, hierdoor gaat de dienst op in de levering, zie voorschrift tabel I, 3 BWBR0006439 par. 3 dd. 01-02-1994 (gepubliceerd op www.wetten.nl), geldig tot 14-02-2009) en het (geactualiseerd) besluit Staatssecretaris van Financiën DGB2010/4M dd. 04-01-2010.
- Het gerechtshof in Arnhem stelt in uitspraak 01/00548 dd. 29-01-2002 dat goederen niet gerangschikt kunnen worden onder meerdere onderdelen.
- Volgens voorschrift tabel I, post A29 BWBR0006439 par. 3.4 worden voorwerpen van beeldende kunst tot de beeldhouwwerken gerekend indien deze niet zijn te rangschikken onder de overige onderdelen, ervan uit gaande dat ze aan de gestelde eisen voldoen.
- Volgens voorschrift tabel I, post A29 BWBR0006439 par. 3.4 kunnen werkzaamheden aan de kunstenaar toegerekend worden mits het vervaardigen is geschied naar aanwijzingen, onder toezicht en daadwerkelijke leiding van de kunstenaar.
- Omlijstingen, extra glasplaten en aanlichting zijn bijkomende goederen die de het essentiële element volgen, zie besluit DGB2010/4M en voorschrift tabel I, 3 BWBR0006439 par. 1.1.
- Zeefdruk op glas vallen onder onderdeel b. originele gravures, etsen en litho's. De staatssecretaris keurt goed dat zeefdrukken onder onderdeel b. vallen, zie besluit DGB2010/4M.
- Werken van de beeldhouwkunst die uit andere materialen dan steen, hout of metaal zijn vervaardigd vallen ook onder onderdeel c vallen ook, zie besluit DGB2010/4M.
- Voorwerpen van beeldende kunst worden tot de beeldhouwwerken gerekend indien deze niet zijn te rangschikken onder de overige onderdelen. Zie BWBR0006439 par. 3.4.
De belastingmedewerker meldt later dat alle projecten zijn geaccepteerd
voor het 6% tarief m.u.v. het project voor Universiteit Maastricht. Hij
vraagt een kostenoverzicht van Maastricht met aangegeven welk deel
kunstvoorwerp is en welk deel volgens mijn zienswijze een gebruiksfunctie
heeft. Hij wil de gebruiksfunctie met 19% belasten. Wij leveren hem dit
kostenoverzicht aan.
Omdat we nog steeds denken dat over het hele
project 6% moet worden geheven geven wij de volgende argumenten:
- De opdrachtgever heeft bij mij een kunstwerk besteld en geen ramen.
- Het contract spreekt over het leveren van een kunstwerk en niet over het leveren van bijvoorbeeld ramen met daarop een kunstwerk.
- Het contract spreekt over het verwijderen van het kunstwerk binnen 10 jaar. Als het om ramen zou gaan dan zou het verwijderen niet besproken worden.
- Het gebouw is 10 jaar geleden gerenoveerd, hierbij zijn de ramen vernieuwd met dubbele beglazing. De ramen waren nog in een zeer goede staat en hoefde nog helemaal niet vervangen te worden. Ze zijn echter vervangen door het kunstwerk.
- De tegenruit is glas met een speciale coating, dit is na uitgebreid onderzoek gekozen om de kleuren van het crealite glas beter tot zijn recht te laten komen. Hierdoor is het zeker een integraal onderdeel van het kunstwerk.
- De levering van het kunstwerk is te zien als een samengestelde prestatie. Het meest kenmerkende element is de kunst, dit is de hoofdprestatie. De gebruiksfunctie van de ramen is een bijkomende prestatie die de hoofdprestatie volgt. Zie voorschrift tabel I, BWBR0006439 par. 3 en (geactualiseerd) besluit Staatssecretaris van Financiën DGB2010/4M.
Uiteindelijk accepteert de belastingmedewerker ook het project
Universiteit Maastricht voor 6% BTW.
Hij stelde wel dat de
gebruiksfunctie ondergeschikt moet zijn aan de kunstfunctie. Uit het
rapport inzake een ingesteld boekenonderzoek schrijft de controleur:
"Naar aanleiding van verregaand overleg zowel intern als met
belastingplichtige en haar adviseur kan geconcludeerd worden dat
belastingplichtige de omzet juist belast heeft, behoudens de zitobjecten
van basisschool de Wissel omdat dit gebruiksvoorwerpen zijn. Echter gezien
het fiscaal belang zal ik dit niet corrigeren.
Ik heb
belastingplichtige geadviseerd in het vervolg tabel
1, post a-29 van de wet omzetbelasting 1968, artikel
4 Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 en bijlage
J bij de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 te raadplegen,
alvorens te factureren."
September 2010
Gery Bouw
Bert van Boxtel