Publicatie: kM
nr 70 zomer 2009
Tekst: Raoul Wassenaar
Het werk van de Eindhovense kunstenares Gery Bouw kenmerkt zich door het gebruik van woorden en teksten, licht - al dan niet natuurlijk - en digitaal bewerkte foto's, vaak uit de familiaire sfeer. Ze werkt veel met transparant materiaal, waaronder ook glas. Haar werk is veelal geïntegreerd binnen de architectuur van een gebouw. Ze werkt autonoom, maar ook veel in opdracht voor de overheid of overheidsinstanties. Bouw krijgt vaak veel ruimte bij de opdrachten die ze doet.
Glaspartij
De opdracht voor het Bestuursgebouw van
de Universiteit van Maastricht was even helder als eenduidig: de ruimte,
een oud klooster dat tot aula getransformeerd is, moest opgewaardeerd
worden. Drie kunstenaars, waaronder Gery Bouw, werden benaderd voor deze
opdracht. Een pitch volgde. Bouw zag als vrij snel mogelijkheden iets te
doen met de glaspartij die, ondanks de transparantie van het glas,
nauwelijks werking op de ruimte had. Er hingen schermen voor.
Ze was er bij een promotie, toen de zaal
in functie was en bij een later bezoek, toen voor haar de schermen
omhoog gehaald werden. Deze bezoeken sterkten haar intentie een voorstel in
te dienen voor de raampartij.
Wisselwerking
Het zou haar tevens de kans bieden opnieuw samen
te werken het glasbedrijf Saint-Gobain Glass. 'Heel prettig', volgens Bouw, 'omdat zij
altijd bovenop nieuwe ontwikkelingen zitten. Voor mij als kunstenaar
is dat interessant en inspirerend.' Omgekeerd werkt dit principe eveneens. Paul
Roman van Saint-Gobain Glass werkt graag met kunstenaars samen, omdat hun onconventionele ideeën
en verlangens hem uitdagen na te denken over nieuwe mogelijkheden en
technologieën. Een vruchtbare wisselwerking dus.
Het was een adviseur van de
Rijksgebouwendienst die Bouw wees op Saint-Gobain Glass en meer specifiek
Paul Roman. Op het gebied van glas en glastechniek was dit de man die haar
verder kon helpen. Bouw startte de samenwerking met het realiseren van
onder andere zeefdrukken op schuifdeuren in het Elkerliek Ziekenhuis in Deurne en niet veel later een zeefdruk op de glazen pui van het stadhuis in Veghel.
Ten tijde van de pitch
voor het bestuursgebouw in Maastricht, volgt Bouw een lezing van Roman
over het Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum. Het Instituut voor
Beeld en Geluid heeft een glasgevel - ontworpen door Jaap Drupsteen - dat
gezeefdrukt is volgens een nieuwe techniek. De verf is in het glas
gebrand. Deze nieuwe techniek wordt beloond met Glas innovatie award. De
jury omschrijft het als een geslaagde poging 'op artistiek niveau
industriële productie en ambachtelijke kwaliteiten samen te brengen in een
betaalbaar product'. Roman is de initiator van deze glastechniek, welke
hij samen heeft ontwikkeld met de TNO in Eindhoven. De lezing inspireert
Bouw eens te meer een voorstel in te dienen voor de raampartij van het
Bestuursgebouw van de Universiteit van Maastricht en deze techniek ook
daar toe te gaan passen.
Effect en techniek
Bouw bereidt zich goed voor. Ze fotografeert de
ramen in de drie delen - middenvoor, links en rechts - snijdt deze
vervolgens uit de foto en maakt een ontwerp in drie kleuren. De jury,
bestaande uit een kunstcommissie en de rector van de Universiteit, toont
ze zowel de ruimte op papier met de uitgesneden ramen - de situatie zoals
deze was - en de ruimte met een mogelijk kleurrijke glaspartij: het
ontwerp van Bouw. Het verschil tussen de huidige situatie en het ontwerp
van Bouw, een kleurrijke glasgevel, is enorm. De jury is razend
enthousiast, Bouw wint de pitch.
Na financiële goedkeuring en goedkeuring
van allerhande commissies, kan Bouw beginnen met het ontwerp van de 22
ramen. Dan ook, beginnen technische en inhoudelijke aspecten een serieuze
rol te spelen. 'Bij het presenteren van mijn schetsontwerp had ik nog niet
of nauwelijks rekening gehouden met inhoudelijke aspecten, zoals de
context en geschiedenis van het gebouw. Het ging mij eerst en vooral om
het effect dat bereikt zou kunnen worden als er iets gedaan zou worden met
de raampartij. Een effect dat de ruimte zou verrijken en transformeren, al
naar gelang het licht binnen de dag, als ook binnen de verschillende
seizoenen zijn rol speelt.'
Zo is het is voor Bouw in die beginfase nog
lastig voor te stellen welke resultaten het werken met deze nieuwe
techniek zal opleveren. Ze heeft op dat moment slechts één vergelijk voor
handen, de gevel van het Instituut voor Beeld en
Geluid. Een tamelijk abstract werk, met uitgetrokken kleurpatronen die op
afstand een vlekkerig beeld geven. Niet bepaald het patroon dat Bouw voor
ogen heeft.
Ook het bekijken van vele boeken over die oude glastechniek,
de glas-in-lood ramen, levert haar weinig inspiratie op. Ze vindt de
meeste werken te decoratief. Het refereert volgens haar te weinig aan de
hedendaagse beeldende kunst en gaat te vaak enkel over de techniek zelf.
Licht, kleur en ruimte
Een ander aspect dat van belang is in het schetsproces, is het gegeven dat
dit Bouws eerste glaswerk in kleur wordt; andere en eerdere werken op glas
waren enkel in zwartwit. Niet in de laatste plaats speelt het blauw op de
muur in het midden van de kapel een belangrijke rol. Het was een idee van
de architect Jules Jansen, elke verbouwing te 'markeren' met een kleuren
zo logica en samenhang aan te brengen. Het blauw dat is aangebracht op
muur in de aula verwijst naar de laatste verbouwing. Bouw overlegt met de
architect, ziet de blauwe muur liever wit, maar realiseert zich dat dit
onmogelijk is en neemt de uitdaging op zich, het grote blauwe vlak
vruchtbaar te integreren binnen haar ontwerp.
Het ontwerp van de 22 ramen
duurt meer dan een half jaar. Bouw maakt een eerste zeefdrukproef met een
afbeelding van een MRI-scan met bloedvaten in regenboogkleur. Niet enkel
een pragmatisch besluit, de kleuren van de regenboog vormen een goede
gelegenheid de werking van kleur te toetsen - bijvoorbeeld het effect van
licht naar donker, het blijkt ook een aanzet voor de uiteindelijke
thematiek.
De resultaten vallen tegen. Van dat wat ze aanlevert blijft
maar 30 procent over. De kleur rood is vrijwel geheel transparant en de
verschillen met haar oorspronkelijke proef zijn enorm.
Het schetsproces
komt in een stroomversnelling als ze een kleurproef krijgt en en
driedimensionaal gaat werken. De kleurproef geeft aan welke kleurwaardes
te gebruiken zijn voor zeefdruk. Met een pipetje in photoshop kan zij zo
de exacte kleur achterhalen en daar 'digitaal gaan schilderen'.
Ook de tip
om op transparante sheets te gaan printen blijkt een goede. Ze bouwt een
maquette van de kapel, volledig op schaal en in hout, en kan zo de sheets
plaatsen voor de ramen en de werking van het licht testen. In de maquette
komen ook de ruimtes tussen het glas beter aan bod. Een belangrijk aspect,
daar de ramen een doorlopend geheel moesten vormen.
Beeldverhaal
Zo komt het dat na een
lange schetsfase het definitieve ontwerp, gepresenteerd middels de
maquette, behoorlijk verschilt van de eerste voorstellen ten tijde van de
pitch.
Desalniettemin zijn alle betrokkenen nog steeds erg enthousiast en
wordt begonnen met het proces van fabriceren. In die uiteindelijke versie
komen ook de inhoudelijke uitgangspunten naar voren die in beginsel nog
ontbraken. Was toen vooral het effect doorslaggevend, nu sterkt een
beeldverhaal vol verwijzingen naar de historie en context van het gebouw
dit effect en maakt het geheel tot eenheid. Dit beeldverhaal laat zich
volgens de kunstenaar omschrijven in drie denkbeeldige lagen.
De eerste laag is die
van de vormen en kleuren, die lopen van blauw, paars naar groen, geel,
oranje en rood. Je wordt als het ware van rechts naar links geleid, van
vurig naar kalm en koel.
Een
tweede laag refereert duidelijk aan de context en historie van het gebouw.
Het bestuursgebouw kent een rijke traditie en heeft als looster, gevangenis,
rechtbank en collegezaal gefunctioneerd. In al haar functies is het begrip
(zelf)reflectie van toepassing. Bouw duidt dit o.a. aan
door in haar afbeeldingen te verwijzen naar het spirituele en het profane.
Zo creëren de portretten te laten spiegelen aan elkaar.
De derde laag
toont als het ware het resultaat van deze bezinning: het gestructureerde denken.
Dit gestructureerde denken vloeit
voort uit meer natuurlijke processen. Zo zijn in het midden voorin
waterstromingen en micro-organismen zichtbaar doe overvloeien in MRI-scans van bloedvaten, die weer
overgaan in het schrift van de mens. Stromingen uit de natuur die
overvloeien in verschillende stromingen van het denken.
Zien we aan de ene kant resultaten van het gestructureerde denken, cultuur, zoals
tuinpatronen en een stratenplan van Maastricht, aan de andere kant zien we
de Limburgse rivier De Geul, een van de meest natuurlijk meanderende
rivieren.
Nieuw glastechniek
Het werk van Bouw kent veel vlakwerkingen en is een
combinatie van tekeningen met de hand gemaakt, in Photoshop bewerkte
foto's en digitaal ingeschilderde kleurvlakken, geprint op glas. Dit gebeurt
als volgt: drie kleurreservoirs (rood, geel en blauw) strooien
softwarematig droge pigment op het glas, dat in de oven verdwijnt waar de
pigmenten met een temperatuur 800°C worden ingesmolten in het glas, exact
een halve millimeter diep, en dan veranderen van kleur. Deze techniek is sneller en
goedkoper dan glas-in-lood. Bovendien verschilt het van normaal zeefdruk
op glas, waarbij transparantie nauwelijks mogelijk is.
Sinds te toepassing van deze techniek voor het Instituut voor Beeld en
Geluid heeft Saint Gobain Glass in samenwerking
met TNO Eindhoven het procedé verder ontwikkeld, is de resolutie verbeterd
en kunnen kleuren worden gescheiden. Dat maakt ook dat het raam in het
Bestuursgebouw verschilt met dat van het Instituut.
Zo kent het laatste reliëf terwijl het glas in Maastricht verfijnder is
qua structuur. Bovendien zijn, vanwege de verbetering van de resolutie, de
beelden een stuk verfijnder. Ten slotte zijn in Maastricht de beelden
geprint op speciaal isolatieglas, dat tegen de zon beschermt.
Bouw
ondertussen, heeft een nieuwe mogelijk tot experiment met deze nieuwe
techniek. Ze werkt aan een project voor een basisschool in Boxmeer.
Raoul Wassenaar is onderxoeker aan de Jan van Eyck Academie